Een bouwgrond heeft 3 belangrijke parameters die de prijs bepalen: de oppervlakte, de liggen én de kwaliteit van de bouwgrond.
De oppervlakte
Dit spreekt voor zich: hoe meer vierkante meters een perceel telt, hoe duurder het is ten opzichte van andere bouwgronden uit de omgeving.
De ligging en de oriëntatie
Een lot bouwgrond op een toplocatie heeft een hogere marktprijs. Hoe goed een locatie is, hangt dan weer af van de omgeving (zijn er hoge bomen of gebouwen in de buurt die zonlicht wegnemen?) en de buurt (zijn belangrijke diensten vlot bereikbaar, zoals scholen, ziekenhuizen, winkels, openbaar vervoer, snelwegen?).
Daarnaast moet je ook op de oriëntatie letten: een Zuidgerichte woning vangt meer zonlicht en is bijvoorbeeld geschikter voor zonnepanelen of een zonneboiler.
LET OP!
Percelen krijgen van de overheid verschillende bestemmingen toegekend.
Het is dus niet omdat een bepaald perceel in een woongebied ligt, dat het automatisch een bouwgrond is. Is het wél een bouwgrond, dan kunnen er nog bouwkundige beperkingen op liggen: een limiet op het aantal verdiepingen, een verbod op open of halfopen bebouwing, een maximum bouwoppervlakte of een verbod op bepaalde bouwmaterialen.
Vraag bij het omgevingsloket een stedenbouwkundig attest aan om te checken wat je mag bouwen op een specifiek perceel – of neem contact op met de bevoegde dienst in je gemeente.
Controleer meteen ook de bestemming van de omliggende percelen om te weten of dit landbouw-, industrie-, natuur-, of woongebieden zijn. Zo kan je het toekomstige uitzicht van de omgeving inschatten, net als eventuele onteigeningsrisico’s.
De staat of kwaliteit van de bouwgrond
Afhankelijk van hoe je bouwgrond eraan toe is, kan het je voor of tijdens het bouwen heel wat extra geld kosten:
1. Opruimwerken
Sommige percelen staan vol met bomen en struiken die voor het bouwen gerooid moeten worden. Of er staan koterijen en constructies om af te breken, puin om te ruimen, enzovoort. Spreek bij de verkoop goed af wie voor die extra kosten moet opdraaien: jij of de verkoper.
2. Draagkracht
Een bouwperceel moet genoeg draagkracht hebben om je constructie op te zetten. Is dat niet het geval, dan moet je bijkomstige funderingswerken laten uitvoeren om verzakkingen en instortingen in de toekomst te vermijden. Je moet dus eerst je bodemkwaliteit controleren. Dat doe je ten eerste door het bodemattest dat een verkoper verplicht moet voorleggen in het geval van voorafgaande vervuiling.
Met de app Virtuele Boring krijg je snel inzicht in de ondergrond (tot wel 5 km diep!) van je perceel. De app vervangt natuurlijk geen echte grondboring. Bij twijfel vraag je dus best een analyse of sondering aan. Dit kost € 500 tot € 1.000.
3. Bijkomende eigenschappen van je bouwgrond
Om dure graaf- en ophogingswerken te vermijden, moet je bouwgrond op een perfecte hoogte liggen ten opzicht van het straatniveau. Om dezelfde reden kies je ook best voor een vlak terrein. Zijn er toch hoogteverschillen? Praat dan eerst met je architect. Die kan daarmee rekening houden in het ontwerp.
Wil je graag een kelder? Controleer dan op voorhand het grondwaterpeil onder je bouwgrond. Als dat hoog is, dan bemoeilijkt dat een onderkeldering.